Je kunt je gedachten niet op je werk houden, ze dwalen steeds af. Hoe zal het de kinderen straks vergaan? Je krijgt bijna niets meer gedaan, als je je realiseert dat je de kinderen moet gaan vertellen dat jullie gaan scheiden. Je wilt ze geen pijn doen. Dit heb je ze altijd willen onthouden.
Als je nadenkt over hoe je straks in je eentje rond moet zien te komen, van je eigen salaris met al die vaste lasten, breekt het zweet je uit. De onzekerheid maakt zich meester van je. Wat hou je straks aan het einde van de maand over en is dit genoeg om rond van te komen? Blijft er nog wel wat over om leuke dingen van te doen?
Je komt thuis en steekt de huissleutel in het slot. Plots realiseer je je dat deze woning, het ouderlijk huis van de kinderen, straks misschien wel niet meer jouw woning is. De woning waar je samen zoveel tijd, moeite en liefde in hebt gestoken. Je raakt in paniek bij de gedachte om jarenlang op een wachtlijst te staan voor een andere woning of op een camping voor alleenstaanden terecht te komen.
Je betrapt je erop dat je het contact met anderen probeert te vermijden. Vooral niet laten merken dat er iets speelt in je leven. Liefst hou je de gesprekken zakelijk of heb je het over koetjes en kalfjes. Je schaamt je ervoor om het nieuws dat je gaat scheiden, te delen. Dat komt nog wel als de tijd daar is, hou je je voor.
De scheiding hakt er stevig in. Dag na dag houdt het je bezig. Hoe lang blijven je gedachten hier mee spelen, komt er wel een eind aan? Je wordt somber als je over de toekomst nadenkt. Kom ik hier wel overheen en krijg ik weer zin in het leven?